Vertaal
Naar andere talen: • encerrar > DEencerrar > ENencerrar > FR
Vertalingen encerrar ES>NL

I encerrar

werkw.
Uitspraak:  [enɑue'raɾ]

1) meter a una persona o cosa en un lugar del que no pueda salir - opsluiten
encerrar al perro - de hond opsluiten

2) llevar una cosa algo en su interior - bevatten
Los libros encierran enseñanzas. - De boeken bevatten leerstellingen.

3) poner palabras entre ciertos signos ortográficos para separarlas del resto del texto - zetten
Debes encerrar las acotaciones entre paréntesis. - Je moet de opmerkingen tussen aanhalingstekens zetten.


II encerrarse

werkw.
Uitspraak:  [enɑue'raɾse]

1) meterse en un lugar para no salir - zich opsluiten
encerrarse en la fortaleza - zich opsluiten in het fort

2) tener una actitud introspectiva y poco comunicativa - zich afsluiten
encerrarse en uno mismo - in zichzelf gekeerd raken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
encerrar (ww.) omvatten (ww.) ; inperken (ww.) ; inrekenen (ww.) ; insluiten (ww.) ; limiteren (ww.) ; omgeven (ww.) ; omringen (ww.) ; omsingelen (ww.) ; omsluiten (ww.) ; inkapselen (ww.) ; opbergen (ww.) ; oppakken (ww.) ; opsluiten (ww.) ; toevoegen (ww.) ; vastzetten (ww.) ; vatten (ww.) ; wegbergen (ww.) ; wegsluiten (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; afdekken (ww.) ; afschermen (ww.) ; afschutten (ww.) ; arresteren (ww.) ; beknotten (ww.) ; beperken (ww.) ; beschermen (ww.) ; beschutten (ww.) ; aanhouden (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; dicht maken (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; in elkaar grijpen (ww.) ; in hechtenis nemen (ww.) ; indammen (ww.) ; ineengrijpen (ww.) ; ineensluiten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `encerrar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar
ES: abrazar
ES: abrigar
ES: acorralar
ES: acotar
ES: adjuntar
ES: agregar
ES: aislar
ES: apear
ES: apresar