Vertalingen adaptar ES>NL
I adaptar
werkw.
1) cambiar algo para que funcione en otra situación -
aanpassen Debemos adaptar el discurso al público. - We moeten de speech aanpassen aan het publiek. |
2) realizar cambios en una obra para basar en ella otra diferente theater -
bewerken Adaptaron el libro para niños. - Ze hebben het boek bewerkt voor kinderen. |
II adaptarse
werkw.
1) acomodarse una persona a nuevas condiciones -
zich aanpassen Se adapta bien al nuevo trabajo. - Hij past zich goed aan aan het nieuwe werk. |
2) desarrollar un organismo características para adaptarse a su entorno -
wennen la adaptación de los monos - de gewenning van de apen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
adaptar (ww.) | aanpassen (ww.) ; afstemmen (ww.) ; bijstellen (ww.) ; gelijkschakelen (ww.) ; omschakelen (ww.) ; overschakelen (ww.) ; verbasteren (ww.) ; vervormen (ww.) |
adaptar | aanpassen ; Adapt ; arrangeren ; regelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `adaptar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acomodarES: adaptarseES: adecuarES: ajustarES: arreglarES: componerES: conmutarES: deformarES: desfigurarES: hacer adecuado