Vertaal
Naar andere talen: • oponer > DEoponer > ENoponer > FR
Vertalingen oponer ES>NL

I oponer

werkw.
Uitspraak:  [opo'neɾ]

poner una cosa contra otra para impedir o disminuir su efecto - weerstand bieden
oponer resistencia a un ataque - weerstand bieden aan een aanval


II oponerse

Uitspraak:  [opo'neɾse]

1) mostrarse contrario a algo - zich verzetten
oponerse a una reforma - zich verzetten tegen een hervorming

2) ser algo contrario a otra cosa - in strijd zijn
Dos fuerzas contrarias se oponen. - Twee tegengestelde krachten zijn in strijd met elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
oponer (ww.) opponeren (ww.) ; tegenhouden (ww.) ; tegenspreken (ww.) ; tegenwerpen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `oponer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: contradecir
ES: contraponer
ES: contrarrestar
ES: desmentir
ES: diferenciar
ES: distinguir
ES: enfrentar
ES: estar en contradicción con
ES: estar en pugna con
ES: estar opuesto a