Vertalingen nutrir ES>NL
nutrir
werkw.
1) otorgar a un organismo las sustancias que necesita para realizar sus funciones vitales -
voeden nutrir un organismo - een organisme voeden |
2) proporcionar lo necesario para el funcionamiento y conservación -
gevoed worden door Una rica bibliografía nutre la clase de antropología. - De antropologieklas wordt gevoed door een rijke bibliografie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nutrir (ww.) | borstvoeding geven (ww.) ; de borst geven (ww.) ; eten geven (ww.) ; spijzigen (ww.) ; te eten geven (ww.) ; voeden (ww.) ; voederen (ww.) ; voeren (ww.) ; zogen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `nutrir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acrecentarES: alimentarES: amamantarES: criarES: dar de comer aES: fortalecerES: lactarES: mamarES: sostener