Vertaal
Naar andere talen: • fortalecer > DEfortalecer > ENfortalecer > FR
Vertalingen fortalecer ES>NL

I fortalecer

werkw.
Uitspraak:  [foɾtale'ɑueɾ]

hacer algo o a alguien más fuerte - versterken
Su presencia fortaleció a la empresa. - Zijn aanwezigheid heeft het bedrijf versterkt.


II fortalecerse

werkw.
Uitspraak:  [foɾtale'ɑueɾse]

adquirir fuerza moral y física - zich versterken
La amistad se fortalece con sinceridad. - Vriendschap versterkt zich door eerlijkheid.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fortalecer (ww.) consolideren (ww.) ; harden (ww.) ; solidair maken (ww.) ; solidariseren (ww.) ; stalen (ww.) ; sterken (ww.) ; sterker maken (ww.) ; sterker worden (ww.) ; uitharden (ww.) ; versterken (ww.) ; verstevigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fortalecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acrecentar
ES: afianzar
ES: alimentar
ES: consolidar
ES: endurecer
ES: fortalecerse
ES: fortificar
ES: hacer más fuerte
ES: intensificar
ES: nutrir