Vertaal
Naar andere talen: • mamar > DEmamar > ENmamar > FR
Vertalingen mamar ES>NL

I mamar

werkw.
Uitspraak:  [ma'maɾ]

1) chupar con los labios la leche de los pechos - aan de borst drinken
dar de mamar a un niño - een kind de borst geven

2) tomar bebidas alcohólicas en exceso - zuipen
mamar cerveza - bier zuipen


II mamar

werkw.

aprender hábitos o cualidades en la infancia - van huis uit meekrijgen
De niño mamé el amor por la música. - Ik heb de liefde voor de muziek van huis uit meegekregen.


III mamarse

werkw.
Uitspraak:  [ma'maɾse]

1) ponerse ebrio - zich bezatten
Se mama todos los fines de semana. - Hij bezat zich elke weekend.

2) realizar una acción o tarea por obligación - moeten slikken
Me mamé dos horas más de trabajo porque faltaste. - Ik heb twee uur werk moeten slikken omdat je afwezig was.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mamar (ww.) borstvoeding geven (ww.) ; de borst geven (ww.) ; lurken (ww.) ; pijpen (ww.) ; sabbelen (ww.) ; zogen (ww.) ; zuigen (ww.)
mamar zuigen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `mamar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alimentar
ES: amamantar
ES: chupar
ES: chupetear
ES: criar
ES: lactar
ES: nutrir
ES: sorber
ES: sorber completamente
ES: sorber ruidosamente