Vertaal
Naar andere talen: • temor > DEtemor > ENtemor > FR
Vertalingen temor ES>NL

el temor

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [te'moɾ]

1) miedo que experimenta una persona ante algo considerado negativo o perjudicial - angst
El estado económico de la empresa causaba temor a sus empleados. - De economische toestand van het bedrijf veroorzaakte angst onder de werknemers.

2) sospecha de que algo pueda ser perjudicial o tener efectos negativos - angst
No dijo la verdad por temor a que lo reprendieran. - Hij vertelde de waarheid niet uit angst dat ze hem de les zouden lezen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el temor (m) de angst (m) ; de bangheid (v) ; de beschroomdheid (v) ; de bevreesdheid (v) ; de schichtigheid (v) ; de schroom (m) ; de vrees (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `temor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: agitación
ES: alarma
ES: angustia
ES: ansiedad
ES: aprensión
ES: cobardía
ES: cuidado
ES: desasosiego
ES: desconfianza
ES: duda