Vertaal
Naar andere talen: • invertir > DEinvertir > ENinvertir > FR
Vertalingen invertir ES>NL

invertir

werkw.
Uitspraak:  [imbeɾ'tiɾ]

1) dar a la posición o dirección de una cosa la opuesta a la que tenía - omkeren
invertir la posición de una bicicleta para repararla - de stand van een fiets omkeren voor de reparatie

2) destinar capital a la obtención de un beneficio - investeren
invertir dinero en la bolsa de valores - geld investeren op de effectenbeurs.

3) ocupar tiempo o esfuerzo en una actividad - besteden
invertir tiempo en el estudio - tijd besteden aan de studie

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
invertir (ww.) aangrijpen (ww.) ; aanwenden (ww.) ; benutten (ww.) ; gebruiken (ww.) ; investeren (ww.) ; neerleggen (ww.) ; omdraaien (ww.) ; omkeren (ww.) ; omwenden (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; toepassen (ww.)
invertir (ww) beleggen (ww)
invertir investeren ; ontkennen
Bronnen: interglot; Wikipedia; www.onlinebeleggen.nl/; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `invertir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: administrar
ES: aplicar
ES: apostar
ES: colocar
ES: colocarse
ES: componer
ES: dar la vuelta
ES: dar vueltas a
ES: dar vueltas sobre su eje
ES: depositar sobre