Vertaal
Naar andere talen: • incluir > DEincluir > ENincluir > FR
Vertalingen incluir ES>NL

incluir

werkw.
Uitspraak:  [inklu'iɾ]

1) poner una cosa dentro de otra - opnemen
Nos incluyeron en el equipo de tenis de la universidad. - Ze namen ons op in het tennisteam van de universiteit.

2) llevar una cosa a otra implícita - inclusief zijn
El precio incluye los gastos de envío. - De prijs is inclusief verzendkosten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
incluir (ww.) insluiten (ww.) ; toevoegen (ww.) ; optellen (ww.) ; omvatten (ww.) ; omspannen (ww.) ; omsluiten (ww.) ; omsingelen (ww.) ; met handen omvatten (ww.) ; meetellen (ww.) ; meerekenen (ww.) ; meeberekenen (ww.) ; limiteren (ww.) ; beperken (ww.) ; inperken (ww.) ; inkapselen (ww.) ; indammen (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; erbij tellen (ww.) ; erbij optellen (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijtellen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijrekenen (ww.) ; bijdoen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `incluir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar
ES: abrazar
ES: acceder
ES: adjuntar
ES: agregar
ES: aislar
ES: alzar
ES: ampliar
ES: cercar
ES: comprender