Vertaal
Naar andere talen: • cercar > DEcercar > ENcercar > FR
Vertalingen cercar ES>NL

cercar

werkw.
Uitspraak:  [ɑueɾ'kaɾ]

1) rodear un terreno con un vallado para delimitarlo y protegerlo - omheinen
cercar el huerto - de moestuin omheinen

2) rodear muchas personas algo o a alguien - omsingelen
Cercamos al estafador. - We hebben de oplichter omsingeld.

3) asediar una fortaleza para lograr su rendición - belegeren
cercar el castillo del rey - het kasteel van de koning belegeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
cercar (ww.) beschutten (ww.) ; omsluiten (ww.) ; omsingelen (ww.) ; omringen (ww.) ; omranden (ww.) ; omlijnen (ww.) ; omleggen (ww.) ; omgeven (ww.) ; omcirkelen (ww.) ; neppen (ww.) ; insluiten (ww.) ; afbakenen (ww.) ; beschermen (ww.) ; beperken (ww.) ; beknotten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; afzetten (ww.) ; afschutten (ww.) ; afschermen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afdekken (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `cercar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrigar
ES: abrir
ES: acotar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: amanecer
ES: amputar
ES: apagar
ES: apear
ES: apoyarse en