Vertaal
Naar andere talen: • imitar > DEimitar > ENimitar > FR
Vertalingen imitar ES>NL

imitar

werkw.
Uitspraak:  [imi'taɾ]

1) obrar en forma idéntica a la de otra persona - nadoen
Quería imitar a su padre y estudió abogacía. - Hij wilde zijn vader navolgen en studeerde advocatuur.

2) copiar con gran exactitud una cosa o particularidad - imiteren
El maquillaje de los personajes imitaba sorprendentemente el color pálido de la muerte. - De make-up van de personages imiteerde op verrassende wijze de fletse kleur van de dood.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
imitar (ww.) falsificeren (ww.) ; imiteren (ww.) ; kopiëren (ww.) ; nabootsen (ww.) ; namaken (ww.) ; naäpen (ww.) ; naäperij (ww.) ; uitbeelden (ww.) ; verbeelden (ww.) ; verpersonificeren (ww.) ; vertolken (ww.) ; vervalsen (ww.)
imitar nadrukken ; namaken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `imitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: calcar
ES: caracterizar
ES: cometer plagio
ES: contrahacer
ES: copiar
ES: duplicar
ES: expresar
ES: falsificar
ES: interpretar
ES: parodiar