Vertalingen imitar ES>NL
imitar
werkw.
1) obrar en forma idéntica a la de otra persona -
nadoen Quería imitar a su padre y estudió abogacía. - Hij wilde zijn vader navolgen en studeerde advocatuur. |
2) copiar con gran exactitud una cosa o particularidad -
imiteren El maquillaje de los personajes imitaba sorprendentemente el color pálido de la muerte. - De make-up van de personages imiteerde op verrassende wijze de fletse kleur van de dood. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
imitar (ww.) | falsificeren (ww.) ; imiteren (ww.) ; kopiëren (ww.) ; nabootsen (ww.) ; namaken (ww.) ; naäpen (ww.) ; naäperij (ww.) ; uitbeelden (ww.) ; verbeelden (ww.) ; verpersonificeren (ww.) ; vertolken (ww.) ; vervalsen (ww.) |
imitar | nadrukken ; namaken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `imitar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: calcarES: caracterizarES: cometer plagioES: contrahacerES: copiarES: duplicarES: expresarES: falsificarES: interpretarES: parodiar