Vertaal
Naar andere talen: • hallar > DEhallar > ENhallar > FR
Vertalingen hallar ES>NL

I hallar

werkw.
Uitspraak:  [aaɾ]

1) dar con una persona o cosa sin buscarla o buscándola - vinden
Los arqueólogos hallaron finalmente la tumba del faraón. - De archeologen hebben uiteindelijk het graf van de farao gevonden.

2) descubrir algo - uitvinden
Se cree que pronto hallarán una cura a esta enfermedad. - Men denkt dat binnenkort een genezing voor deze ziekte zal worden uitgevonden.


II hallarse

werkw.
Uitspraak:  [aaɾse]

1) encontrarse en un lugar determinado - zich bevinden
Me hallo en Roma en este momento. - Op dit moment ben ik in Rome.

2) estar de una manera determinada - zijn
Mi padre se halla enfermo en este momento por lo que no lo puede atender. - Mijn vader is op dit moment ziek en kan hem daarom niet te woord staan.

3) sentirse bien en un lugar o en determinadas circunstancias - op zijn gemak voelen
No me hallo en mi nueva casa. - Ik voel me niet op mijn gemak in mijn nieuwe huis.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hallar (ww.) aantreffen (ww.) ; tegenkomen (ww.) ; vinden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hallar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acertar
ES: atinar
ES: considerar
ES: creer
ES: dar
ES: dar con
ES: descubrir
ES: encontrar
ES: encontrarse
ES: estimar