Vertaal
Naar andere talen: • fluir > DEfluir > ENfluir > FR
Vertalingen fluir ES>NL

fluir

werkw.
Uitspraak:  [flu'iɾ]

1) correr un líquido o gas o brotar de un lugar - vloeien
La sangre fluye sin control. - Het bloed vloeit overmatig.

2) surgir con facilidad ideas o palabras - stromen
Sus palabras fluyen de manera natural. - Zijn woorden stromen op natuurlijke wijze.

3) desplazarse sin dificultad - stromen
El tráfico fluye. - Het verkeer stroomt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fluir (ww.) in stralen lopen (ww.) ; lopen (ww.) ; stromen (ww.) ; vlieden (ww.) ; vloeien (ww.) ; vluchten (ww.) ; wegvluchten (ww.)
fluir vloeien
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `fluir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: brotar un líquido
ES: ceder
ES: chorrear
ES: circular
ES: correr
ES: derramarse
ES: discurrir
ES: escurrirse
ES: esquivar
ES: gotear