Vertalingen discurrir ES>NL
I discurrir
werkw.
inventar cosas -
bedenken Discurrió un nuevo sistema informático. - Er is een nieuw informatica-systeem bedacht. |
II discurrir
werkw.
1) extenderse un camino u otra cosa similar por un espacio -
lopen La carretera discurre por la costa. - De hoofdweg loopt langs de kust. |
2) circular un fluido -
stromen El agua discurre por toda la mesada. - Het water stroomt over het hele aanrecht. |
3) pasar el tiempo -
voorbijgaan Dejaron discurrir los días. - Ze lieten de dagen voorbijgaan. |
4) reflexionar o pensar para encontrar una solución o conclusión -
nadenken Discurrió por largo tiempo para solucionar el problema. - Hij heeft lange tijd nagedacht om het probleem op te lossen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
discurrir (ww.) | vlieden (ww.) ; vluchten (ww.) ; wegvluchten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `discurrir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: andarES: argumentarES: avanzarES: caminarES: cavilarES: cederES: circularES: correrES: deambularES: escurrirse