Vertaal
Naar andere talen: • evacuar > DEevacuar > ENevacuar > FR
Vertalingen evacuar ES>NL

evacuar

werkw.
Uitspraak:  [eβa'kuaɾ]

1) desalojar las personas que se encuentran un lugar por algún motivo importante - ontruimen
evacuar a los estudiantes - ontruimen van de studenten

2) trasladar a alguien herido o en peligra para ser ayudado - evacueren
evacuar a los inundados - de slachtoffers van de overstroming evacueren

3) dejar vacío un lugar o recipiente - ontruimen
evacuar el edificio - het gebouw ontruimen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
evacuar (ww.) evacueren (ww.) ; leegruimen (ww.) ; ontruimen (ww.) ; ruimen (ww.) ; wegleiden (ww.) ; wegvoeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `evacuar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandonar
ES: desalojar
ES: desocupar
ES: quitar
ES: transportar
ES: trasladar
ES: vaciar
ES: verter
ES: verter sobre