Vertalingen escorar ES>NL
I escorar
werkw.
1) apuntalar los costados de una embarcación scheepvaart -
stutten escorar un velero - een zeilboot schoren |
2) hacer que una embarcación se incline de costado scheepvaart -
doen overhellen La tormenta escoraba el crucero. - De storm deed de cruise overhellen. |
II escorar
werkw.
1) hacer que una embarcación se incline por el viento u otra fuerza scheepvaart -
slagzij maken El buque escora. - Het schip maakte slagzij. |
2) bajar al máximo la marea meteorologie -
op zijn laagst zijn El mar escora. - De zee is op haar laagste niveau. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
escorar (ww.) | deinen (ww.) ; golven (ww.) ; hellen (ww.) ; omwisselen (ww.) ; overhellen (ww.) ; smijten (ww.) ; voorover buigen (ww.) ; voorover hellen (ww.) ; wankelen (ww.) ; wiegelen (ww.) ; wisselen (ww.) |
escorar | krengen ; overhalen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `escorar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agitarES: agitarseES: arredrarseES: arrojarES: arrojar al sueloES: balancearES: balancearseES: balbucearES: balbucirES: bambolearse