Vertaal
Naar andere talen: • escorar > DEescorar > ENescorar > FR
Vertalingen escorar ES>NL

I escorar

werkw.
Uitspraak:  [eskoaɾ]

1) apuntalar los costados de una embarcación scheepvaart - stutten
escorar un velero - een zeilboot schoren

2) hacer que una embarcación se incline de costado scheepvaart - doen overhellen
La tormenta escoraba el crucero. - De storm deed de cruise overhellen.


II escorar

werkw.

1) hacer que una embarcación se incline por el viento u otra fuerza scheepvaart - slagzij maken
El buque escora. - Het schip maakte slagzij.

2) bajar al máximo la marea meteorologie - op zijn laagst zijn
El mar escora. - De zee is op haar laagste niveau.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
escorar (ww.) deinen (ww.) ; golven (ww.) ; hellen (ww.) ; omwisselen (ww.) ; overhellen (ww.) ; smijten (ww.) ; voorover buigen (ww.) ; voorover hellen (ww.) ; wankelen (ww.) ; wiegelen (ww.) ; wisselen (ww.)
escorar krengen ; overhalen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `escorar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: agitar
ES: agitarse
ES: arredrarse
ES: arrojar
ES: arrojar al suelo
ES: balancear
ES: balancearse
ES: balbucear
ES: balbucir
ES: bambolearse