Vertaal
Naar andere talen: • balbucir > DEbalbucir > ENbalbucir > FR
Vertalingen balbucir ES>NL

balbucir

werkw.
Uitspraak:  [bauˈɑuiɾ]

hablar con dificultad, de forma insegura y entrecortada - brabbelen
Ante la difícil pregunta, el profesor balbuceó nervioso. - Bij de moeilijke vraag begon de docent zenuwachtig te brabbelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
balbucir (ww.) lallen (ww.) ; stotteren (ww.) ; wankelen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `balbucir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arredrarse
ES: arrojar
ES: balancear
ES: balancearse
ES: balbucear
ES: bambolearse
ES: columpiarse
ES: delirar
ES: desanimarse
ES: desequilibrarse