Vertalingen embarullar ES>NL
embarullar (ww.) | afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; neppen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; sjoemelen (ww.) ; verhaspelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `embarullar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirES: acorralarES: acotarES: agrandarseES: alzarES: amanecerES: amputarES: apagarES: apearES: apoyarse en