Vertaal
Naar andere talen: • controlar > DEcontrolar > ENcontrolar > FR
Vertalingen controlar ES>NL

I controlar

werkw.
Uitspraak:  [kontɾo'laɾ]

1) hacer la comprobación o cómputo de una cosa - controleren
Tú te encargaste de controlar a los asistentes. - Je hebt de controle van de assistenten op je genomen.

2) ejercer vigilancia - controleren
Mañana has de controlar que la piscina esté en perfectas condiciones. - Morgen moet je controleren of het zwembad in perfecte staat is.

3) ejercer el control sobre sus sentimientos una persona - onder controle houden
No pudo controlar su disgusto cuando le comunicaron la mala noticia. - Hij kon zijn ongenoegen niet onder controle houden toen ze hem het slechte nieuws vertelden.


II controlarse

werkw.
Uitspraak:  [kontɾo'laɾse]

dominarse o moderar las propias emociones - zich beheersen
Yo creo que se controla demasiado. - Ik geloof dat hij zichzelf teveel beheerst.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
controlar (ww.) naspeuren (ww.) ; in het oog houden (ww.) ; inspecteren (ww.) ; intomen (ww.) ; keuren (ww.) ; leerstof beheersen (ww.) ; matigen (ww.) ; nagaan (ww.) ; nakijken (ww.) ; in de gaten houden (ww.) ; nasporen (ww.) ; onder de knie hebben (ww.) ; onderzoeken (ww.) ; opletten (ww.) ; surveilleren (ww.) ; testen (ww.) ; toezicht houden (ww.) ; toezien (ww.) ; doorvorsen (ww.) ; bedaren (ww.) ; bedwingen (ww.) ; beheersen (ww.) ; bekijken (ww.) ; beproeven (ww.) ; besturen (ww.) ; beteugelen (ww.) ; bewaken (ww.) ; bezichtigen (ww.) ; controleren (ww.)
controlar aanpakken ; uittesten ; toetsen ; reviseren ; proeven ; nazien ; besturen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `controlar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: analizar
ES: aquilatar
ES: averiguar
ES: buscar
ES: calcular
ES: catar
ES: cheqear
ES: columbrar
ES: comprobar
ES: contemplar