1. MWB
  2. Vertalen
  3. doler (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • doler > DE • doler > EN • doler > FR
Vertalingen doler ES>NL

I doler

werkw.
Uitspraak:  [do'leɾ]

sentir malestar, molestia en alguna parte del cuerpo - pijn doen
Me duele el pié. - Ik heb pijn aan mijn voet.


II dolerse

werkw.
Uitspraak:  [do'leɾse]

sentir pesar o pena - spijt hebben
Se duele por lo que hizo. - Hij heeft spijt om wat hij heeft gedaan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
doler (ww.) belasteren (ww.) ; deren (ww.) ; grieven (ww.) ; knauwen (ww.) ; krenken (ww.) ; kwaadspreken (ww.) ; kwetsen (ww.) ; pijn bezorgen (ww.) ; pijn doen (ww.) ; smaden (ww.) ; zeer doen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `doler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: afectar
ES: afrentar
ES: agraviar
ES: atormentarse
ES: blasfemar
ES: calumniar
ES: causar perjuicio
ES: chocar
ES: debilitar
ES: deteriorar