Vertalingen blasfemar ES>NL
blasfemar (ww.) | kwaadspreken (ww.) ; vloeken (ww.) ; verguizen (ww.) ; uitschelden (ww.) ; uitmaken voor (ww.) ; uitjouwen (ww.) ; smaden (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; schelden (ww.) ; roddelen (ww.) ; belasteren (ww.) ; ketteren (ww.) ; honen (ww.) ; foeteren (ww.) ; daveren (ww.) ; bulderen (ww.) ; brullen (ww.) ; blaffen (ww.) ; beschimpen (ww.) ; beledigen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `blasfemar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afectarES: afrentarES: agraviarES: agredir de palabraES: ajearES: bramarES: calumniarES: chillarES: chocarES: comadrear