Vertaal
Naar andere talen: • disociar > DEdisociar > ENdisociar > FR
Vertalingen disociar ES>NL
disociar (ww.) afbreken (ww.) ; beëindigen (ww.) ; forceren (ww.) ; ontbinden (ww.) ; opheffen (ww.) ; stukmaken (ww.) ; verbreken (ww.) ; verbrijzelen (ww.)
disociar afsplitsen ; scheiden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `disociar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aislar
ES: alejar
ES: apartar
ES: desacoplar
ES: desagregar
ES: desarticular
ES: desbaratar
ES: desconectar
ES: desunir
ES: desvincular