Vertaal
Naar andere talen: • destrozar > DEdestrozar > ENdestrozar > FR
Vertalingen destrozar ES>NL

I destrozar

werkw.
Uitspraak:  [destɾo'ɑuaɾ]

1) romper algo en pequeños pedazos e inutilizarlo - kapotmaken
Destrozó la hoja, para que nadie pudiera leer su poesía. - Hij scheurde het blad in stukken, zodat niemand zijn gedicht kon lezen.

2) provocar un gran daño físico o espiritual - verwoesten
La partida del hijo lo destrozó. - Het vertrek van zijn zoon heeft hem verwoest.

3) vencer al oponente en forma categórica - in de pan hakken
Destrozaron al rival durante el partido. - Ze hebben de tegenstander in de pan gehakt tijdens de wedstrijd.

4) destruir algo material o inmaterial - verwoesten
Sus libros destrozan las tradiciones literarias. - Zijn boeken verwoesten de literaire tradities.


II destrozarse

werkw.
Uitspraak:  [destɾo'ɑuaɾse]

1) realizar un gran esfuerzo - instorten
Se destroza estudiando. - Hij studeert zich te pletter.

2) sufrir un gran daño - vernielen
Se destroza los pulmones con tantos cigarrillos. - Hij vernielt zijn longen met zoveel sigaretten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
destrozar (ww.) slopen (ww.) ; verzwelgen (ww.) ; verwoesten (ww.) ; verslinden (ww.) ; verscheuren (ww.) ; verpletteren (ww.) ; vernietigen (ww.) ; vernielen (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; uitwonen (ww.) ; te gronde richten (ww.) ; stuk scheuren (ww.) ; aan flarden scheuren (ww.) ; ruineren (ww.) ; platdrukken (ww.) ; opvreten (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; ontmaskeren (ww.) ; fijnmaken (ww.) ; doorprikken (ww.) ; beschadigen (ww.) ; bederven (ww.) ; afbreken (ww.) ; aanvreten (ww.) ; aantasten (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `destrozar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abastecerse de
ES: aniquilar
ES: anonadar
ES: aplastar
ES: aplastarse
ES: arruinar
ES: astillar
ES: clavar
ES: comer
ES: comerse