Vertaal
Naar andere talen: • menor > DEmenor > ENmenor > FR
Vertalingen menor ES>NL

I menor

bijv.naamw.
Uitspraak:  [me'noɾ]

1) que es inferior en algo en tamaño, calidad o importancia - klein
problema menor - klein probleem

2) que tiene menos edad que otra persona - jonger
Laura es menor que Juan. - Laura is jonger dan Juan.
uitdrukking al por menor


II menor

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [me'noɾ]

persona que no es adulta legalmente juridisch - minderjarige
Los menores deben vivir con sus padres. - Minderjarigen moeten bij hun ouders wonen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
menor (znw.)de junior (m)
menor de jongere ; in geringe mate ; jonger ; jongst ; klein ; kleinst ; kleinste ; marginaler ; minder oud ; miniemste ; onmondig ; minderjarig ; minderjarige
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `menor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adolescente
ES: benjamín
ES: efebo
ES: en escasa medida
ES: escaso
ES: hijo
ES: inferior
ES: joven
ES: júnior
ES: lo menos