Vertaal
Naar andere talen: • destronar > DEdestronar > ENdestronar > FR
Vertalingen destronar ES>NL

destronar

werkw.
Uitspraak:  [destɾo'naɾ]

1) expulsar del trono a un rey, quitarle el gobierno poliek - onttronen
La revolución destronó al rey de Francia. - De revolutie heeft de koning van Frankrijk onttroond.

2) quitar a alguien su cargo, autoridad o situación de predominio - van de hoogste plaats verdrijven
destronar al campeón - de kampioen van de toppositie verdringen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
destronar (ww.) afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; amputeren (ww.) ; begrenzen (ww.) ; beknotten (ww.) ; beperken (ww.) ; neppen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; onttronen (ww.) ; verneuken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `destronar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: acotar
ES: agarrar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: amanecer
ES: amputar
ES: apagar
ES: apear
ES: apoyarse en