Vertalingen cambiar ES>NL
I cambiar
werkw.
sustituir una cosa por otra -
(in)ruilen cambiar el auto - de auto inruilen |
II cambiar
werkw.
modificar las condiciones climáticas meteorologie -
veranderen El clima ha cambiado. - Het klimaat is veranderd. |
III cambiarse
werkw.
sustituir en el propio cuerpo una prenda por otra -
zich omkleden cambiarse la remera - een ander T-shirt aantrekken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
cambiar (ww.) | omwerken (ww.) ; wisselen (ww.) ; verversen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verruilen (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; ruilen (ww.) ; restaureren (ww.) ; remplaceren (ww.) ; overstappen (ww.) ; omzwaaien (ww.) ; omzetten (ww.) ; omwisselen (ww.) ; omruilen (ww.) ; omkeren (ww.) ; modificeren (ww.) ; kenteren (ww.) ; inwisselen (ww.) ; inruilen (ww.) ; iets omdraaien (ww.) ; herzien (ww.) ; fluctueren (ww.) ; converteren (ww.) ; amenderen (ww.) ; aflossen (ww.) |
cambiar | overgaan |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `cambiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: actualizarES: adecentarES: adulterarES: alterarES: alternarES: alzarES: anadearES: arreglarES: arrojarES: balancear