Vertalingen corresponder ES>NL
I corresponder
werkw.
Uitspraak: | [korespon'deɾ] |
1) tener semejanza, equivalencia o relación una cosa con otra -
horen bij Esos cuadernos corresponden al área de lengua. - Deze schriften horen bij het vak taal. |
2) pertenecer a alguien o algo -
betrekking hebben El dinero corresponde a la mensualidad del niño. - Het geld heeft betrekking op het maandgeld van het kind. |
3) ser algo obligación o derecho de alguien -
toekomen Garantizar los derechos corresponde al Estado. - Het waarborgen van de rechten komt toe aan de staat. |
II corresponder
werkw.
retribuir de algún modo lo recibido -
belonen Correspondió a su anfitrión con un regalo. - Hij beloonde zijn gastheer met een cadeau. |
III corresponderse
werkw.
Uitspraak: | [korespon'deɾse] |
concordar o complementarse diversas cosas -
overeenkomen Sus datos no se corresponden con los míos. - Zijn gegevens komen niet overeen met de mijne. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
corresponder (ww.) | accorderen (ww.) ; betamen (ww.) ; congruent zijn (ww.) ; corresponderen (ww.) ; een harmonieus geheel vormen (ww.) ; harmoniëren (ww.) ; kloppen (ww.) ; overeenstemmen (ww.) ; passen (ww.) ; samenstemmen (ww.) ; ten deel vallen (ww.) ; toekomen (ww.) ; toevallen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `corresponder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: ajustarES: coincidirES: concordarES: convenirES: quedar bienES: tocarES: tocar en suerteES: venir bien