Vertalingen averiguar ES>NL
averiguar
werkw.
buscar datos o información para saber algo -
nagaan La policía averiguó quién es el asesino. - De politie ging na wie de moordenaar is. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
averiguar (ww.) | onderzoeken (ww.) ; verifiëren (ww.) ; vaststellen (ww.) ; uitzoeken (ww.) ; uitvinden (ww.) ; uitvezelen (ww.) ; uitrafelen (ww.) ; uitpluizen (ww.) ; trachten te krijgen (ww.) ; ontwarren (ww.) ; ontrafelen (ww.) ; ontraadselen (ww.) ; ontdekken (ww.) ; checken (ww.) ; navragen (ww.) ; navraag doen (ww.) ; natrekken (ww.) ; nasporen (ww.) ; naspeuren (ww.) ; nakijken (ww.) ; nagaan (ww.) ; inwinnen (ww.) ; informeren (ww.) ; doorvorsen (ww.) ; controleren (ww.) ; constateren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `averiguar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: analizarES: buscarES: calcularES: cheqearES: columbrarES: comprobarES: controlarES: descifrarES: descubrirES: desenredar