Vertaal
Naar andere talen: • divagar > DEdivagar > ENdivagar > FR
Vertalingen divagar ES>NL

divagar

werkw.
Uitspraak:  [diβaγaɾ]

1) hablar o escribir sin orden ni propósito - afdwalen
Estuvo divagando durante la exposición. - Hij was aan het afdwalen tijdens de uiteenzetting.

2) caminar sin rumbo fijo - dwalen
divagar por la ciudad - door de stad dwalen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
divagar (ww.) spoeden (ww.) ; zwerven (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich haasten (ww.) ; voorwenden (ww.) ; vliegen (ww.) ; verzinnen (ww.) ; verdichten (ww.) ; uitdenken (ww.) ; stressen (ww.) ; bedenken (ww.) ; snellen (ww.) ; rondtrekken (ww.) ; reppen (ww.) ; opschieten (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; ijlen (ww.) ; fantaseren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `divagar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adelantar
ES: afanarse tras
ES: apartarse
ES: apresurar
ES: apresurarse
ES: apretar
ES: aspirar a
ES: atosigar
ES: avanzar
ES: compendiar