Vertalingen chivar ES>NL
I chivar
werkw.
1) fastidiar a una persona -
vervelen chivar a los padres - de ouders vervelen |
2) engañar a una persona -
oplichten chivar a un turista ingenuo - een argeloze toerist oplichten |
3) contar algo a alguien para que obtenga beneficio de ello -
verklikken Me chivaron el número de teléfono de María. - Ze hebben me het telefoonnummer van María verklikt. |
II chivarse
werkw.
1) enojarse o ponerse de mal humor -
boos worden chivarse por los ruidos de la calle - boos worden door de herrie op straat |
2) delatar a una persona -
verlinken chivarse a los profesores - de leraren verlinken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
chivar (ww.) | klikken (ww.) ; ontpoppen (ww.) ; overbrieven (ww.) ; uit de school klappen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `chivar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: chismorrearES: chivarseES: delatarES: denunciarES: descubrirES: desertarES: difundirES: manifestarseES: revelarES: revelarse