Vertaal
Naar andere talen: • chivar > DEchivar > ENchivar > FR
Vertalingen chivar ES>NL

I chivar

werkw.
Uitspraak:  iaɾ]

1) fastidiar a una persona - vervelen
chivar a los padres - de ouders vervelen

2) engañar a una persona - oplichten
chivar a un turista ingenuo - een argeloze toerist oplichten

3) contar algo a alguien para que obtenga beneficio de ello - verklikken
Me chivaron el número de teléfono de María. - Ze hebben me het telefoonnummer van María verklikt.


II chivarse

werkw.
Uitspraak:  iaɾse]

1) enojarse o ponerse de mal humor - boos worden
chivarse por los ruidos de la calle - boos worden door de herrie op straat

2) delatar a una persona - verlinken
chivarse a los profesores - de leraren verlinken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
chivar (ww.) klikken (ww.) ; ontpoppen (ww.) ; overbrieven (ww.) ; uit de school klappen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `chivar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: chismorrear
ES: chivarse
ES: delatar
ES: denunciar
ES: descubrir
ES: desertar
ES: difundir
ES: manifestarse
ES: revelar
ES: revelarse