Vertalingen aparecer ES>NL
I aparecer
werkw.
1) hacerse visible, ponerse a la vista -
opkomen El Sol aparece por el este. - De zon komt op in het oosten. |
2) manifestarse, generalmente de forma inesperada -
verschijnen Aparecieron hongos en el acuario. - Er verschenen zwammen in het aquarium. |
3) ir alguien a un lugar donde no lo esperaban -
zich vertonen Apareció por casa después de años sin vernos. - Hij vertoonde zich aan huis nadat we elkaar jaren niet hadden gezien. |
4) encontrarse algo perdido -
terechtkomen Aparecieron las llaves. - De sleutels zijn terechtgekomen. |
5) figurar, estar algo o alguien en un lugar determinado -
voorkomen Su nombre aparece en la lista. - Zijn naam komt voor op de lijst. |
6) figurar o estar algo o alguien de una manera determinada -
staan En el registro aparece como reprobado. - In het register staat hij als afgekeurd. |
7) manifestarse por primera vez, empezar a existir -
tevoorschijn komen ¿Cómo aparecieron las bacterias? - Hoe zijn de bacteriën tevoorschijn gekomen? |
II aparecerse
werkw.
mostrarse, ponerse a la vista de otros -
zich vertonen Jesús se apareció a los discípulos. - Jesus vertoont zich aan zijn volgelingen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aparecer (ww.) | passen (ww.) ; weer verschijnen (ww.) ; voorleggen (ww.) ; voordoen (ww.) ; voor de dag komen (ww.) ; verschijnen (ww.) ; verrijzen (ww.) ; van de bodem ophalen (ww.) ; uitkomen (ww.) ; uit ei kruipen (ww.) ; tonen (ww.) ; tevoorschijnkomen (ww.) ; tevoorschijn komen (ww.) ; presenteren (ww.) ; passend zijn (ww.) ; aan het licht komen (ww.) ; opkomen (ww.) ; opduiken (ww.) ; opdoemen (ww.) ; opdiepen (ww.) ; opdagen (ww.) ; ogen (ww.) ; offreren (ww.) ; laten zien (ww.) ; geschikt zijn (ww.) ; er uitzien (ww.) ; deugen (ww.) ; conveniëren (ww.) ; boven water komen (ww.) ; aanbieden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aparecer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirseES: acontecerES: acudirES: ajustarES: aparecer de nuevoES: asistirES: brotarES: comparecerES: convenirES: demostrar