Vertaal
Naar andere talen: • amontonar > DEamontonar > ENamontonar > FR
Vertalingen amontonar ES>NL

I amontonar

werkw.
Uitspraak:  [amontoˈnaɾ]

1) poner unos objetos sobre otros sin orden - op elkaar stapelen
Amontonó los libros sobre el escritorio. - Hij legde de boeken als een stapel op het bureau.

2) juntar muchas cosas sin orden - bijeenrapen
amontonar las hojas secas - droge bladeren bijeenrapen

3) juntar sin orden muchas personas en un lugar - op(een)hopen
Amontonaron a los invitados en un pequeño salón. - De gasten werden opeengehoopt in een kleine zaal.


II amontonarse

werkw.
Uitspraak:  [amontoˈnaɾse]

1) reunirse muchas personas en un lugar - zich ophopen
La gente se amontonó en la entrada del teatro. - De mensen hoopten zich op bij de ingang van het theater.

2) suceder muchas cosas al mismo tiempo - zich opstapelen
Hay momentos en que se amontonan las desgracias. - Er zijn momenten dat de tegenslagen zich opstapelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
amontonar (ww.) accumuleren (ww.) ; hopen (ww.) ; op elkaar stapelen (ww.) ; op elkaar zetten (ww.) ; opeenhopen (ww.) ; opstapelen (ww.) ; stapelen (ww.) ; vermeerderen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `amontonar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acumular
ES: acumularse
ES: amontonarse
ES: apilar