Uitspraak: | [akuˈðiɾ] |
acudir a una reunión - naar een bijeenkomst gaan |
Los niños acuden a su madre si tienen un problema. - Kinderen wenden zich tot hun moeder als ze een probleem hebben. |
Cientos de ideas acudían a su mente. - Honderden ideeën kwamen in hem op. |