Vertaal
Naar andere talen: • agredir > DEagredir > ENagredir > FR
Vertalingen agredir ES>NL

agredir

werkw.
Uitspraak:  [aγɾeˈðiɾ]

actuar violentamente contra alguien para dañarlo - aanvallen
El futbolista agredió al árbitro. - De voetballer viel de scheidsrechter aan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
agredir (ww.) aanvallen (ww.) ; attaqueren (ww.) ; belegeren (ww.) ; bestormen (ww.) ; overvallen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `agredir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acometer
ES: arremeter
ES: asaltar
ES: asediar
ES: atacar
ES: atracar
ES: embestir
ES: expugnar
ES: insultar