Vertalingen arremeter ES>NL
arremeter
werkw.
1) atacar, lanzar el cuerpo con fuerza contra alguien o algo -
afstormen El animal arremetió contra la víctima. - Het dier stormde op het slachtoffer af. |
2) criticar a alguien, atacar con palabras o acciones -
aanvallen El periodista arremetió contra el intendente. - De journalist viel de burgemeester aan. |
3) hacer algo sin reflexionar, rápidamente -
afgaan Cuando le ofrecieron el trabajo, arremetió sin dudar. - Toen ze hem het werk aanboden, ging hij er zonder nadenken mee aan de slag. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
arremeter (ww.) | afstormen op (ww.) ; inhakken (ww.) ; inhouwen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `arremeter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acometerES: agredirES: asaltarES: atacarES: atracarES: derribarES: embestirES: expugnarES: romper