Vertaal
Naar andere talen: • repartir > DErepartir > ENrepartir > FR
Vertalingen repartir ES>NL

I repartir

werkw.
Uitspraak:  [repaɾ'tiɾ]

distribuir una cosa entre varias personas - verdelen
Repartieron el dinero entre los socios. - Ze hebben het geld tussen de aandeelhouders verdeeld.


II repartir

werkw.

1) distribuir una cosa o persona por diversos lugares o destinos - onderbrengen
Repartieron turistas por todo el edificio. - Ze hebben toeristen in het hele gebouw ondergebracht.

2) extender con uniformidad una materia sobre una superficie - verspreiden
repartir el dulce sobre las tostadas - de jam over de geroosterde boterhammen verspreiden


III repartirse

werkw.
Uitspraak:  [repaɾ'tiɾse]

distribuirse o dividirse algo según una razón - verdeeld worden
El partido oficialista ganó la mitad de los votos, el resto se reparte en diversas minorías. - De overheidspartij heeft de helft van de stemmen gewonnen, de rest wordt onder verschillende minderheden verdeeld.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
repartir (ww.) toewijzen (ww.) ; ronddelen (ww.) ; rondgeven (ww.) ; rondreiken (ww.) ; splitsen (ww.) ; systematiseren (ww.) ; thuisbezorgen (ww.) ; toebedelen (ww.) ; toekennen (ww.) ; toeleveren (ww.) ; rondbrengen (ww.) ; trakteren (ww.) ; uitdelen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; verdelen (ww.) ; verloten (ww.) ; versturen (ww.) ; zenden (ww.) ; zich splitsen (ww.) ; gunnen (ww.) ; afleveren (ww.) ; arrangeren (ww.) ; bestellen (ww.) ; bezorgen (ww.) ; brengen (ww.) ; delen (ww.) ; distribueren (ww.) ; groeperen (ww.) ; aanleveren (ww.) ; iets toekennen (ww.) ; indelen (ww.) ; leveren (ww.) ; opdelen (ww.) ; opsplitsen (ww.) ; ordenen (ww.) ; orderen (ww.) ; overhandigen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `repartir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder
ES: acceder a
ES: admitir
ES: aprender
ES: atender a
ES: atribuir
ES: ceder
ES: clasificar
ES: colaborar
ES: compartir