colaborar

Vertalingen colaborar ES>NL

werkw.

Uitspraak:

[kolaβo'ɾaɾ]

1) trabajar en conjunto con otras personas en una tarea común - samenwerken

colaborar con el equipo - met het team samenwerken

2) realizar trabajos para un periódico sin formar parte del equipo de redactores ^journalism - bijdrage leveren

colaborar en una publicación científica - een bijdrage leveren voor een wetenschappelijke uitgave

3) dar un donativo para contribuir a la financiación de algo - doneren

colaborar con una colecta solidaria - doneren aan een solidaire inzamelingsactie

4) ayudar a que cierta cosa sea o suceda de cierta manera - bijdragen

Sus actitudes violentas colaboran en que no se le tenga paciencia. - Zijn gewelddadige opstelling draagt ertoe bij dat ik geen geduld met hem heb.

Overige bronnen

colaborar (ww.)	assisteren (ww.) ; bijspringen (ww.) ; bijstaan (ww.) ; coöpereren (ww.) ; handreiken (ww.) ; helpen (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; samenwerken (ww.) ; seconderen (ww.) ; weldoen (ww.)
colaborar	samenwerken

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `colaborar`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: acudir en ayuda
ES: aportar
ES: apoyar
ES: asistir
ES: atender
ES: auxiliar
ES: ayudar
ES: coadyuvar
ES: compartir
ES: contribuir

Zojuist vertaald