prever

Naar andere talen: • prever > DE • prever > EN • prever > FR

Vertalingen prever ES>NL

werkw.

Uitspraak:

[pɾe'βeɾ]

1) conocer a través de señales algo que va a suceder - voorzien

prever un problema - een probleem voorzien

2) disponer los medios con anterioridad los medios necesarios para evitar un riesgo - voorzien

prever la sequía - de droogte voorzien

Overige bronnen

prever (ww.)	anticiperen (ww.) ; tegemoetzien (ww.) ; tevoren zien (ww.) ; uitkijken naar (ww.) ; verwachten (ww.) ; vooruitkijken (ww.) ; vooruitlopen op (ww.) ; vooruitzien (ww.) ; voorzien (ww.)
prever	plannen

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `prever`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: adivinar
ES: afrontar
ES: anticipar
ES: anticiparse
ES: barruntar
ES: buscar
ES: concebir
ES: conjeturar
ES: elaborar un plan
ES: elaborar un proyecto

Zojuist vertaald