Vertaal
Naar andere talen: • placer > DEplacer > ENplacer > FR
Vertalingen placer ES>NL

I placer

werkw.
Uitspraak:  [pla'ɑueɾ]

producir una cosa satisfacción - genoegen doen
Me place mucho conocerle. - Het doet me veel plezier om hem te leren kennen.


II el placer

zelfst.naamw.

1) sensación agradable producida por algo - genoegen
Es un placer acompañarte. - Het is een genoegen voor me om je te begeleiden.

2) cosa que produce satisfacción o agrado - plezier
Cocino por placer. - Ik kook uit plezier.
uitdrukking a placer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el placer (m) de leukheid (v) ; het welgevallen ; het welbehagen ; de vrolijkheid (v) ; de vreugde (v) ; de tevredenheid (v) ; de schik (m) ; de pret ; het plezier ; de opgewektheid (v) ; de lust (m) ; de lol ; de leut ; de aardigheid (v) ; de keet ; de jool (m) ; de jolijt ; het genot ; het genoegen ; genieten (znw.) ; de geneugte (v) ; de gein (m) ; content (znw.) ; de blijmoedigheid (v) ; de blijheid (v)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `placer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: agradar
ES: agrado
ES: alegrar
ES: alegría
ES: animación
ES: ánimo
ES: bienestar
ES: buen humor
ES: camilo
ES: chistosidad