Vertaal
Naar andere talen: • exhibir > DEexhibir > ENexhibir > FR
Vertalingen exhibir ES>NL

I exhibir

werkw.
Uitspraak:  [eksiiɾ]

1) exponer algo al público de manera que pueda ser contemplada masivamente - vertonen
El concertista exhibió su talento al público presente. - De concertist toonde zijn talent aan het aanwezige publiek.

2) mostrar algo de lo que se está orgulloso - laten zien
exhibir su arte culinario - zijn culinaire kunst laten zien


II exhibirse

werkw.
Uitspraak:  [eksiiɾse]

mostrarse en público para llamar la atención - zich vertonen
Necesita siempre exhibirse y ser el centro de la atención. - Hij moet zich altijd vertonen en in het middelpunt van de aandacht staan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
exhibir (ww.) pralen (ww.) ; voorleggen (ww.) ; voor ogen brengen (ww.) ; vertonen (ww.) ; uitsteken (ww.) ; uitstallen (ww.) ; uitspringen (ww.) ; tonen (ww.) ; tentoonstellen (ww.) ; tentoonspreiden (ww.) ; te kijk lopen met (ww.) ; pronken (ww.) ; presenteren (ww.) ; aanbieden (ww.) ; opvallen (ww.) ; ontmaskeren (ww.) ; onthullen (ww.) ; offreren (ww.) ; laten zien (ww.) ; in het oog lopen (ww.) ; geuren (ww.) ; exposeren (ww.) ; etaleren (ww.) ; eruit springen (ww.) ; blootleggen (ww.) ; afsteken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `exhibir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alardear
ES: alardear de
ES: aparecer
ES: atestiguar
ES: brillar
ES: dar prueba de
ES: dejar constancia de
ES: demostrar
ES: descollar
ES: descubrir