Vertalingen exhibir ES>NL
I exhibir
werkw.
1) exponer algo al público de manera que pueda ser contemplada masivamente -
vertonen El concertista exhibió su talento al público presente. - De concertist toonde zijn talent aan het aanwezige publiek. |
2) mostrar algo de lo que se está orgulloso -
laten zien exhibir su arte culinario - zijn culinaire kunst laten zien |
II exhibirse
werkw.
mostrarse en público para llamar la atención -
zich vertonen Necesita siempre exhibirse y ser el centro de la atención. - Hij moet zich altijd vertonen en in het middelpunt van de aandacht staan. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
exhibir (ww.) | pralen (ww.) ; voorleggen (ww.) ; voor ogen brengen (ww.) ; vertonen (ww.) ; uitsteken (ww.) ; uitstallen (ww.) ; uitspringen (ww.) ; tonen (ww.) ; tentoonstellen (ww.) ; tentoonspreiden (ww.) ; te kijk lopen met (ww.) ; pronken (ww.) ; presenteren (ww.) ; aanbieden (ww.) ; opvallen (ww.) ; ontmaskeren (ww.) ; onthullen (ww.) ; offreren (ww.) ; laten zien (ww.) ; in het oog lopen (ww.) ; geuren (ww.) ; exposeren (ww.) ; etaleren (ww.) ; eruit springen (ww.) ; blootleggen (ww.) ; afsteken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `exhibir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alardearES: alardear deES: aparecerES: atestiguarES: brillarES: dar prueba deES: dejar constancia deES: demostrarES: descollarES: descubrir