Vertaal
Naar andere talen: • adivinar > DEadivinar > ENadivinar > FR
Vertalingen adivinar ES>NL

adivinar

werkw.
Uitspraak:  [aðiβiˈnaɾ]

1) descubrir cosas ocultas o predecir el futuro - voorspellen , raden
La gitana adivina el destino. - De waarzegster voorspelt de toekomst.

2) descubrir algo desconocido por intuición - interpreteren
Las madres adivinan lo que les pasa a sus hijos. - Moeders voelen aan wat er met hun kinderen aan de hand is.

3) llegar a la solución de un enigma - ophelderen
adivinar el misterio - het mysterie ophelderen

4) ver algo desde lejos sin precisión ni claridad - vaag zien
Desde la ventana se adivinaba la ciudad. - Vanuit het raam kon je de stad vaag zien.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
adivinar (ww.) suggereren (ww.) ; wichelen (ww.) ; waarzeggen (ww.) ; vooruitzien (ww.) ; voortellen (ww.) ; voorspellen (ww.) ; vooronderstellen (ww.) ; verwachten (ww.) ; veronderstellen (ww.) ; verdenken (ww.) ; verdacht maken (ww.) ; uitkijken naar (ww.) ; tegemoetzien (ww.) ; adviseren (ww.) ; raden (ww.) ; postuleren (ww.) ; overwegen (ww.) ; overdenken (ww.) ; ingeven (ww.) ; incrimineren (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; gissing maken (ww.) ; gissen (ww.) ; betichten (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; afwegen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `adivinar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acusar
ES: afrontar
ES: appreciar
ES: barruntar
ES: buscar
ES: conjeturar
ES: considerar
ES: culpar
ES: especular
ES: esperar