Vertaal
Naar andere talen: • culpar > DEculpar > ENculpar > FR
Vertalingen culpar ES>NL

culpar

werkw.
Uitspraak:  [kul'paɾ]

atribuir a alguien o a algo la responsabilidad de un hecho - de schuld geven
Los ecologistas culpan de contaminación fluvial a las pasteras. - De milieuactivisten beschuldigen de papierfabrieken van de riviervervuiling.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
culpar (ww.) laken (ww.) ; voorhouden (ww.) ; voor de voeten gooien (ww.) ; verwijten (ww.) ; verdenken (ww.) ; verdacht maken (ww.) ; tenlaste leggen (ww.) ; ten laste leggen (ww.) ; overdrijven (ww.) ; nadragen (ww.) ; aanklagen (ww.) ; incrimineren (ww.) ; gispen (ww.) ; chargeren (ww.) ; blameren (ww.) ; betichten (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; berispen (ww.) ; aanwrijven (ww.) ; aanrekenen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `culpar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: achacar
ES: acusar
ES: adivinar
ES: amanecer
ES: arrebatar
ES: atribuir
ES: barruntar
ES: borrar
ES: clarear
ES: condenar