Vertalingen aburrir ES>NL
I aburrir
werkw.
1) causar tedio por falta de interés -
vervelen aburrir al público - het publiek vervelen |
2) causar tedio por una excesiva insistencia -
vervelen Ya has aburrido a tu maestra con tantas preguntas. - Je hebt je juf nu verveeld met zoveel vragen. |
II aburrirse
werkw.
sentir tedio por ausencia de interés -
zich vervelen La rutina me aburre. - De routine verveelt me. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aburrir (ww.) | vervelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aburrir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acosarES: agotarES: asediarES: cansarES: chincharES: encolerizarES: enfadarES: enojarES: fastidiarES: fatigar