Vertalingen zerfallen DE>NL
I zerfallen
werkw.
1) sich in seine Bestandteile auflösen -
uiteenvallen Die alte Burg zerfällt allmählich. - De oude burcht valt geleidelijk uiteen. zu Asche / Staub zerfallen - tot as / stof vergaan |
2) seine Einheit verlieren -
uiteenvallen Das Reich zerfiel in mehrere Einzelstaaten. - Het rijk viel in meerdere afzonderlijke staten uiteen. |
3) sich unter Abgabe von Energie in eine andere Substanz verwandeln natuurkunde -
vervaltijd Uran zerfällt nur sehr langsam. - Het duurt heel lang voordat uranium vervalt. |
II der Zerfall
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʦɛɐˈfal] |
Verbuigingen: | Zerfall(e)s |
deel van de uitdrukking: verval , splijting der Zerfall einer alten Ruine - het verval tot een oude ruïne der Zerfall des Römischen Reiches - het verval van het Romeinse Rijk radioaktiver Zerfall - radioactieve splijting |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zerfallen (ww.) | tenondergaan (ww.) ; zinken (ww.) ; wegrotten (ww.) ; vervallen (ww.) ; verteren (ww.) ; verrotten (ww.) ; vergaan (ww.) ; uiteenvallen (ww.) ; uit elkaar vallen (ww.) ; teruggaan (ww.) ; stukvallen (ww.) ; instorten (ww.) ; desintegreren (ww.) ; bouwvallig worden (ww.) ; bezwijken (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; aan stukken vallen (ww.) |
das Zerfallen | het ontbinden ; uiteen halen (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zerfallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufteilenDE: auseinanderfallenDE: entzweigehenDE: spaltenDE: trennenDE: verfallenDE: vergehenDE: verkommenDE: zerlegenDE: zersetzenUitdrukkingen en gezegdes
DE: mit einem
zerfallen sein
NL: met iemand overhoop liggen