Vertalingen verwickeln DE>NL
verwickeln (ww.) | compliceren (ww.) ; erbij betrekken (ww.) ; grijpen (ww.) ; ingewikkeld maken (ww.) ; klauwen (ww.) ; moeilijk maken (ww.) ; pakken (ww.) ; vangen (ww.) ; vatten (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verwikkelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verwickeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: eingreifenDE: einpackenDE: erfassenDE: ergreifenDE: erhaschenDE: erschwerenDE: erwischenDE: fangenDE: fassenUitdrukkingen en gezegdes
DE: verwickelt
NL: verward NL: ingewikkeld