Vertalingen Verdacht DE>NL
der Verdacht
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈdaxt] |
Verbuigingen: | Verdacht(e)s |
Vermutung, dass etw. Negatives geschieht oder getan wurde -
verdenking Ihm kam ein schlimmer Verdacht. - Hij werd verdacht van iets ergs. Ich habe die Nachbarskinder im Verdacht, dass sie bei uns Äpfel klauen. - Ik verdenk de kinderen van de buren ervan dat zij bij ons appels jatten. Bei ihr besteht Verdacht auf Blinddarmentzündung. - Bij haar wordt vermoedt dat zij een blindedarmontsteking heeft. |
auf Verdacht (=vermutend, dass es richtig oder notwendig sein könnte) - n.a.v. vermoeden
Ich habe mal auf Verdacht frisches Brot mitgebracht. - Ik heb een vers brood meegebracht als dit nodig mocht blijken.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Verdacht | het aannemen ; de beschuldiging (v) ; de gissing (v) ; het giswerk ; de verdenking (v) ; het vermoeden ; de veronderstelling (v) ; het voorgevoel ; het vooronderstellen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Verdacht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AhnungDE: AnnahmeDE: annehmenDE: ArgwohnDE: EingebungDE: GlaubeDE: MißtrauenDE: UnglaubeDE: vermutenDE: VermutungUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen im
Verdacht haben
NL: iemand verdenken