Vertaal
Naar andere talen: • reduzieren > ENreduzieren > ESreduzieren > FR
Vertalingen reduzieren DE>NL

reduzieren

werkw.
Uitspraak:  [reduˈʦiːrən]

1) an Zahl, Menge, Intensität oder Größe kleiner werden lassen - reduceren
die Kosten drastisch reduzieren - de kosten drastisch reduceren
im Preis reduzierte Ware - handelswaar met gereduceerde prijs
das Risiko auf ein Minimum / um 50% reduzieren - het risico tot een minimum / tot 50% reduceren

2) niedriger, kleiner oder geringer werden - reduceren
Der Gewinn hat sich gegenüber dem Vorjahr um 20% reduziert. - De winst is ten opzichte van het voorjaar met 20% reduceert.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
reduzieren (ww.) lager maken (ww.) ; verminderen (ww.) ; verkorten (ww.) ; verkleinen (ww.) ; terugschroeven (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; slinken (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; minder maken (ww.) ; matigen (ww.) ; kleiner worden (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; inperken (ww.) ; declineren (ww.) ; besparen (ww.) ; afprijzen (ww.) ; achteruitgaan (ww.)
reduzieren reduceren ; terugbrengen
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `reduzieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: abnehmen
DE: abpreisen
DE: beschränken
DE: einschrumpfen
DE: einschränken
DE: ermäßigen
DE: fallen
DE: fortnehmen
DE: herabmindern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: reduziert NL: ook: achteruitgegaan, afgetakeld