Vertaal
Vertalingen einschränken DE>NL

I einschränken

werkw.
Uitspraak:  ainʃrɛŋkən]

1) verringern - beperken , inperken
Du solltest deinen Alkoholkonsum etwas einschränken. - Jij moet je alcoholconsumptie wat gaan inperken.
jds Macht einschränken - iemands macht beperken

2) jemandem etw. wegnehmen, was dieser ursprünglich hatte oder was ihm zusteht - bezuinigen , inperken , beperken
die Bürger in ihren Rechten einschränken - de burgers in hun rechten beperken
Durch den verletzten Fuß ist er ziemlich eingeschränkt. - Door de geblesseerde voet is hij behoorlijk beperkt.

3) mit weniger auskommen - beperken , inperken
Seit ihr Mann arbeitslos ist, müssen sie sich ziemlich einschränken. - Sinds haar man werkloos is moest zij behoorlijk bezuinigen.


II die Einschränkung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ainʃrɛŋŋ]
Verbuigingen:  Einschränkung , Einschränkungen

1) deel van de uitdrukking: beperking
Das stellt eine Einschränkung meiner persönlichen Freiheit dar. - Dat zorgt voor een beperking van mijn persoonlijke vrijheid.

2) Zweifel, die bleiben, weil man mit einer Sache nicht in allen Punkten, unter allen Umständen einverstanden ist - beperking
Dieses Modell kann ich Ihnen ohne Einschränkung empfehlen. - Dit model kan ik u zonder beperking aanbevelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einschränken (ww.) inkorten (ww.) ; verkorten (ww.) ; toevoegen (ww.) ; terugschroeven (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; slinken (ww.) ; minder gebruiken (ww.) ; matigen (ww.) ; limiteren (ww.) ; korter maken (ww.) ; inperken (ww.) ; inkapselen (ww.) ; indammen (ww.) ; geld besparen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; besparen (ww.) ; beknotten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; afgrenzen (ww.)
einschränken beperken ; snoeien
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einschränken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: begrenzen
DE: eindämmen
DE: einengen
DE: eingrenzen
DE: ermäßigen
DE: herabsetzen
DE: limitieren
DE: mildern
DE: mindern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich einschränken NL: zich beperken, bezuinigen