1. MWB
  2. Vertalen
  3. beschränken (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • beschränken > EN • beschränken > ES • beschränken > FR
Vertalingen beschränken DE>NL

I beschränken

werkw.
Uitspraak:  [bəˈʃrɛŋkən]

1) mit einer Grenze versehen - beperken
ein Kurs mit beschränkter Teilnehmerzahl - een cursus met beperkt aantal deelnemers
Die Geschwindigkeit ist auf 130 km/h beschränkt. - De snelheid is op 130 km/h begrensd.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden (in etw.) beschränken

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich auf etw. beschränken


II die Beschränkung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈʃrɛŋkʊŋ]
Verbuigingen:  Beschränkung , Beschränkungen

1) deel van de uitdrukking: beperking
die Beschränkung der Redezeit auf 5 Minuten - de spreektijd beperken tot 5 minuten

2) deel van de uitdrukking: beperking
jemandem / sich Beschränkungen auferlegen - iemand / zich beperkingen opleggen
Freiheitsbeschränkung - vrijheidsbeperking
Reisebeschränkungen - reisbeperkingen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beschränken (ww.) afgrenzen (ww.) ; begrenzen (ww.) ; beknotten (ww.) ; beperken (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; inkorten (ww.) ; inperken (ww.) ; korter maken (ww.) ; slinken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; verkorten (ww.)
beschränken beperken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `beschränken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: begrenzen
DE: eindämmen
DE: einengen
DE: eingrenzen
DE: ermäßigen
DE: herabsetzen
DE: limitieren
DE: mildern
DE: mindern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich auf etwas beschränken NL: zich tot iets beperken