Vertalingen innovieren DE>NL
innovieren (ww.) | aflossen (ww.) ; fiksen (ww.) ; goedmaken (ww.) ; herstellen (ww.) ; in goede staat brengen (ww.) ; innoveren (ww.) ; maken (ww.) ; opknappen (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; remplaceren (ww.) ; renoveren (ww.) ; repareren (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verwisselen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `innovieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abtragenDE: ausbessernDE: auswechselnDE: deichselnDE: einfallenDE: einspringenDE: erfrischenDE: erhaltenDE: erneuernDE: erneutaufstellen